Zo overleef je een slaapregressie

Zit je eindelijk in een lekker ritme met je kleintje, wordt je op een dag wakker, en lijkt je kleintje ‘ineens’ het woord ‘slapen’ niet meer in zijn woordenboek te hebben staan…

Is je kleintje (ongeveer) 4, 8, 12, 18 of 24 maanden oud? En is hij niet ziek, of slachtoffer van ander babyleed?
Dan is de kans groot dat hij/zij in een slaapregressie zit!

Mocht je denken ‘een wat?’, no worries, ik leg het hieronder voor je uit.

Wat is een slaapregressie?

Je bent vast bekend met het fenomeen ‘groeisprongen’. Je kleintje leert niet geleidelijk nieuwe dingen, maar dat gaat met grote sprongen tegelijk.
Die sprongen zijn zo overweldigend, dat alles even op zijn kop staat. Je kleintje is hangerig, driftig, wordt vaker wakker om te eten.
En dan precies op het moment dat je denkt ‘wat is er toch aan de hand?’, is het voorbij en laat je kleintje een heel scala aan nieuwe vaardigheden zien.

Een slaapregressie kun je daar mee vergelijken, al zijn ze wel anders!
Tijdens deze periodes – die wel tot 6 weken kunnen duren (gelukkig zijn ze niet die hele periode zo heftig te merken), verandert er voor je kleintje veel op slaapgebied.

De slaapradartjes gaan anders werken.
De dutjes worden bijvoorbeeld langer, waardoor hij ook langere periodes achtereen wakker kan zijn.

Zo herken je een slaapregressie

Een slaapregressie herken je aan het volgende:

• Je baby is vier, acht, twaalf, achttien of vierentwintig maanden oud (ongeveer);
• Je baby wordt ‘ineens’ ’s nachts vaker wakker;
• Je baby slaapt nu veel lichter, terwijl hij eerst dieper, langer en vaster sliep;
• De dutjes zijn korter dan je gewend bent;
• Is niet ziek, hongerig of slachtoffer van ander babyleed;

Achteruitgang of vooruitgang?

Het woord ‘regressie’ klopt dus eigenlijk helemaal niet. Want regressie betekent ‘achteruitgang’. En alhoewel het op slaapgebied eventjes rommelig is, uiteindelijk is het een vooruitgang. Want je kleintje heeft zich daarna weer veel nieuwe slaapvaardigheden eigen gemaakt.

Als je je dat beseft, voelt een dergelijke periode gelijk een stuk minder heftig, toch?
Soms moet je gewoon eerst even troep maken, voordat je kunt opruimen.

De verschillende regressies:

4 maanden slaapregressie:
Dit is de eerste regressie, en gelijk een pittige!

Maar ook een hele belangrijke op slaapgebied. Want de slaappatronen gaan al meer op die van grote mensen lijken. Waar er eerst alleen maar voldoende moeheid (en daardoor slaapdrang) nodig was om te slapen, komt er nu een heel intern klokkenspel bij kijken. Dat is voor je kleintje allemaal nieuwe software, wat even tijd nodig heeft om goed ingesteld te worden. De overgang naar een andere slaapfase wordt moeilijker, en daarom:

De 4 maanden regressie is berucht om de korte slaapjes. Veelal zijn het dutjes van 45 minuten, en soms is dat al een hele uitdaging en duren de dutjes maar maximaal 30 minuten.  

8 maanden slaapregressie:
Je baby zit in een fase waarin hij hele grote ontwikkelsprongen maakt. Je kleintje gaat kruipen, optrekken, misschien al wel staan.
De fysieke mogelijkheden exploderen op het moment, en dat zet zijn wereld even helemaal op zijn kop.

Daarbij begint rond deze leeftijd ook de eenkennigheid en de verlatingsangst een rol te spelen, wat echt niet helpt bij het slapen. Want zodra je de kamer uit wil lopen, zet je ukkepuk het op het krijsen.

Speel overdag veel kiekeboe spelletjes, zodat je kleintje gaat begrijpen dat je er nog wel bent als hij je niet ziet.

12 maanden slaapregressie:
Deze slaapregressie doet zijn intrede rond de eerste verjaardag. Niet elke kersverse dreumes heeft veel ‘last’ van deze regressie, dus met een beetje geluk merk je er niet zo veel van.

Met name de dutjes overdag kunnen een uitdaging worden. Je dreumes wordt steeds meer een eigen ‘ik’, en krijgt steeds meer door wat hij wil, en hoe hij jou dat duidelijk kan maken. Typisch is ‘grootheidswaanzin’, en denken dat 1 dutje overdag voldoende is. Als je als ouder niet beter weet, ga je daar wellicht in mee. Maar dan heb je de poppen aan het dansen, want je kleintje is er echt nog niet klaar voor. Oververmoeidheid komt roet in het eten gooien, en maakt het nog moeilijker om te slapen.

Probeer de twee dutjes nog vast te houden, ook als het even lastiger gaat. Straks, als de storm is gaan liggen, merk je dat het 2^e dutje weer opgepakt wordt.

18 maanden slaapregressie:
Je dreumes maakt rond deze leeftijd de overgang van 2 naar 1 dutje overdag. Het is een fase waarin weer veel gebeurt in het zelf- en wereldbeeld van je kleintje. Dat wat eerst wel werkte – troosten – lijkt nu geen oplossing meer te geven. Ondanks dat er meer behoefte is aan onafhankelijkheid, is het ook wel heel ‘spannend’ en onwennig, en is het juist lastig om alleen te zijn.
Praat tegen je dreumes, vertel wat hij mag verwachten. Vertel wat je van hem verwacht.

24 maanden slaapregressie:
Ik ben 2, en ik zeg nee. De tocht naar zelfstandigheid, die met 18 maanden ook al even zichtbaar was, is nu aan het pieken.
Deze regressie kan lang duren. Is dan niet constant op te merken, maar popt zo nu en dan op.
Er ontstaat een ‘dutjes weerstand’, en je peuter kan je het idee geven dat een middagdutje niet meer nodig is. Toch zijn de meeste peuters er pas klaar voor als ze 3 jaar zijn.

Zó overleef je een slaapregressie

• Het is een fase, het is een fase, het is een fase…
  Weet, en vertel jezelf: het is tijdelijk. Als de slaapbasis goed is, kun je na de regressie die gewoon weer oppakken;
• De slaapregressie heeft een doel: je kleintje leert allerlei nieuwe slaapvaardigheden, waardoor hij de slaapjes beter kan clusteren, en daardoor langere periodes wakker kan blijven. Het is eigenlijk een progressie;
  
• Geef in deze periodes wat extra hulp als dat nodig is. Als het slapen moeilijk gaat, is de kans op oververmoeidheid groot. En in tegenstelling tot wat je misschien denkt, is het juist moeilijker om te slapen als je te moe bent. Voor je het weet beland je in een neerwaartse spiraal van oververmoeidheid;
  Slapen – hoe dan ook, is dan ook het advies. Dus is het nodig dat je er bij blijft: prima.

• Als de dutjes korter zijn, bied dan een extra dutje aan. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een (extra) powernap, aan het eind van de middag.
  Ga dus niet de tijd tussen de dutjes oprekken. Dat werkt alleen maar averechts;
• Blijkt na een half uurtje proberen dat er niet geslapen wordt? Neem dan een korte adempauze en ga voor een dutje op een plek die wel werkt (draagzak of wandelwagen bijvoorbeeld);
• Vraag als het even kan om hulp;
• Indien je een partner hebt: draai wisseldiensten als de nachten bar en boos zijn.
  Verdeel de nacht in 2 blokken. Jij neemt het eerste deel van de nacht voor je rekening, je partner het tweede deel. De volgende nacht draai je dit om. (Het eerste deel van onze nacht hebben we de meeste diepe slaap, die het meeste herstel geeft .) Zo voorkom je oververmoeidheid;
• Geef extra knuffels en liefde aan je kleintje. Ze doen het niet om jou te plagen, ze hebben er zelf ook last van;
• Help je kleintje met ontspannen door te badderen, geef een rustgevende massage of maak bijv. gebruik van lavendelolie in een diffuser.

Als je kind een goede slaper was voor de regressie…

Dan is de kans heel groot dat je kleintje het na de storm allemaal weer vanzelf oppakt.
Het vraagt even een lange adem van jou, maar het komt weer goed.

Merk je dat je kleintje jouw aanwezigheid wel heel erg gewend is geraakt tijdens de regressie, bouw de hulp dan weer stapsgewijs af.

Als jouw kind altijd al moeizaam slaapt…

Zullen die slaapuitdagingen na een regressie niet zomaar als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Het heeft geen zin om slaap af te dwingen tijdens de regressie. Dat werkt alleen maar averechts. Maar als jullie weer in rustiger vaarwater zitten, is het een goed moment om de slaapuitdagingen onder de loep te nemen, en te kijken waar de uitdagingen door zijn ontstaan. En het slapen te gaan verbeteren.

Komt er geen einde aan de regressie?

Schakel dan hulp in. Ik kan met je meekijken naar de oorzaak van de uitdagingen. En het belangrijkste: ik kan je laten zien waar de oplossingen liggen, en hoe je op een liefdevolle manier jouw kleintje naar Dromenland kan begeleiden.

Blijf niet langer aanrommelen. Vaak zijn er maar een paar kleine aanpassingen nodig om het slaapprobleem op te lossen.

Klik hier om te ontdekken hoe ik jullie kan helpen.

Vraag nu het gratis e-book ‘Liefdevol naar Dromenland’ aan, met daarin 7 dingen die je moet weten over slaap, om van jouw kleintje een slaapkopje te maken.
Met het aanvragen van het e-boek schrijf je je automatisch in voor de ‘slaapkopjes mail’ (max. 2 x per maand).
En ga je akkoord met het verwerken van de persoonsgegevens, volgens het privacystatement.